Derde jaarrapportage internationaal MVO-convenant Verzekeringssector

Partijen van het internationaal MVO-convenant voor de Verzekeringssector hebben in het derde convenantsjaar hard gewerkt om de afspraken van het convenant te realiseren. In de jaarrapportage staat hoe de verschillende partijen hier samen aan hebben gewerkt en hoe zij met positieve energie richting de eindstreep gaan.

 Wolkenkrabber met zonlicht © Shutterstock / cla78

Uit de jaarrapportage komt naar voren dat samenwerking en vertrouwen tussen partijen de sleutels zijn tot voortgang en resultaten. Succesfactoren hierbij zijn: een duidelijke agenda en relevante doelen voor de implementatie van het convenant die aansluiten bij de praktijk van verzekeraars. De samenwerking in de werkgroepen en bijeenkomsten kenmerkt zich door een open sfeer. Ook in de nieuw ingerichte intervisiegroepen staat het vertrouwelijk gesprek centraal. Kleine groepen verzekeraars – in de verzekeringsmarkt elkaars concurrenten – geven hierin open en eerlijk aan waar hun dilemma’s liggen en welke keuzes zij moeten maken aan de hand van hun beschikbare mensen en middelen. Vanuit ngo- en overheidskant wordt actief meegedacht over de (on)mogelijkheden. Ook geeft de openheid deze geledingen meer inzicht in de keuzes die verzekeraars maken. Hiermee halen de partijen het maximale uit de onderlinge samenwerking.

Producten & activiteiten

In het kader van het jaarthema biodiversiteit is er een engagementtraject gestart met drie voedingsmiddelenbedrijven. In dit traject, dat doorloopt in de eerste helft van dit jaar, staan zowel de verduurzaming van gebruikte soja als de vermindering van de vraag naar soja (o.a. door meer plantaardig voedsel) op de agenda. In dit engagementtraject trekt de verzekeringssector samen op met het Convenant IMVB Pensioenfondsen. Er zijn in 2021 ook veel nieuwe producten opgeleverd die verzekeraars handvatten bieden om concreet aan de slag te gaan met bijvoorbeeld transparantie of biodiversiteit.

Resultaten monitoring

De onafhankelijke Monitoringscommissie heeft haar derde rapport uitgebracht, dat gaat over de periode 1 januari – 31 december 2020. De Monitoringscommissie zet vraagtekens bij het draagvlak en de haalbaarheid van de afspraken uit het convenant. Het is teleurstellend dat de inspanningen tot op heden nog onvoldoende worden weerspiegeld in de resultaten. Volgens de commissie is een brede versnelling nodig om de doelstellingen van het convenant te behalen voor de einddatum van 31 juli 2023. De commissie reikt daarvoor een aantal bespreekpunten en routes aan. De Stuurgroep van het convenant heeft een reactie geformuleerd op het rapport en gaat de nadruk leggen op de bredere implementatie van de reeds ontwikkelde handvatten en hulpmiddelen.

Gepaste zorgvuldigheid

Verzekeraars zetten stappen op specifieke gebieden als het identificeren van sectoren die gevoelig zijn voor ESG-risico’s en de integratie van de uitkomsten van impact-beoordelingen in interne processen. Het speelveld waarin verzekeraars werken, ontwikkelt zich snel en continu waardoor er veel op hen afkomt. De rapportagevereisten en de vraag om due diligence te implementeren in beleid en processen nemen snel toe en verzekeraars willen hierin niet achterblijven. Het convenant, gestoeld op de OESO-richtlijnen en de UNGP’s vormt een goede basis om invulling te geven aan het ‘do no harm’ principe; zoveel mogelijk voorkomen, verminderen en zo nodig herstellen van negatieve maatschappelijke gevolgen van beleggingen door verzekeraars. Naast dit ‘do no harm’-principe richten partijen zich ook op het realiseren van positieve impact, oftewel ‘do good’. Centraal hierbij staat de uitvoering van due diligence (gepaste zorgvuldigheid) rond de ESG-thema’s.