Jennifer Muller, manager duurzaamheid CBL: ‘Er is niet één oplossing die overal past’

Supermarkten lopen voorop met hun IMVO-beleid, maar ervaren ook de grenzen van wat zij in hun eentje kunnen veranderen. Het tomatenproject en het leefbaar loon-/bananenproject bevestigen volgens Jennifer Muller, manager duurzaamheid bij CBL, de noodzaak van samenwerking.

© Jeroen Poortvliet

Monitoring

“De supermarkten zitten op sommige onderdelen tegen het plafond van wat ze als individueel bedrijf kunnen doen om risico’s op het gebied van mensenrechten en milieu terug te dringen. Dat is ook terug te zien in de monitoringuitkomsten van het vierde jaar IMVO-convenant Voedingsmiddelen. De resultaten verschillen namelijk nauwelijks van die van het derde jaar. Er wordt hoog gescoord, maar dat wil niet zeggen dat alle problemen in de keten zijn opgelost. Het geeft wel aan dat de supermarkten daar continu mee bezig zijn. Due diligence blijft namelijk hard werken.

Om verder te komen, is nog meer samenwerking nodig. Een voorbeeld is het klachtenmechanisme, waarbij betrokkenen een klacht kunnen indienen of melding kunnen doen over een nadeel dat zij ondervinden door activiteiten waarbij Nederlandse bedrijven bij betrokken zijn. Dit punt staat hoog op de agenda voor het laatste convenantsjaar. Het is ingewikkeld en niet efficiënt om als bedrijf in je eentje een klachtenmechanisme in te richten. Dat moet je als sector gezamenlijk doen en mogelijk zelfs sectoroverstijgend. Daarom is het belangrijk dat er aan een pilot wordt gewerkt. We zullen zo’n mechanisme ook na het convenant nodig hebben. Zeker als er IMVO-wetgeving van kracht wordt. ”

Bananenproject

“Het leefbaar loon-/bananenproject heeft het afgelopen jaar goede voortgang geboekt. Het aantal plantages dat de Salary Matrix van IDH heeft ingevuld, is verder gestegen. Daardoor is inzichtelijk geworden dat het loongat tussen betaald en leefbaar loon 10,7 procent bedraagt. In totaal hebben 217 plantages de salary matrix ingevuld; dit dekt 75 procent van het totale bananenassortiment van de supermarkten. De deelnemende supermarkten kopen 3 procent van het totale volume van de deelnemende plantages in. Ze hebben dus maar een heel beperkt aandeel, wat aangeeft hoe belangrijk het is dat ook andere retailers hieraan werken.

Albert Heijn, Superunie en Jumbo zijn met leveranciers in gesprek over oplossingen om het leefbaar-loongat te dichten. Er is niet één oplossing die overal past. De situatie verschilt per plantage, daarom is er maatwerk nodig. Bijvoorbeeld in de vorm van een hoger loon of juist niet-financiële tegemoetkomingen, zogeheten in-kind benefits, zoals vervoer, kinderopvang, maaltijden of schoolboeken. Het doel is om tot structurele oplossingen te komen die opschaalbaar zijn en later ook in andere ketens kunnen worden toegepast.”

Tomatenproject

“De problemen met de tomatenketen in Zuid-Italië laten ook zien dat samenwerking noodzakelijk is. Wij hebben in 2021 samen met de FNV onderzoek laten doen. Daaruit bleek dat er risico is op uitbuiting, discriminatie en gebrek aan vrijheid van vakvereniging en dat die risico’s veelal betrekking hebben op arbeidsmigranten. Het is belangrijk dat deze risico’s aan het licht zijn gekomen. Deze risico’s spelen niet alleen in Italië, maar ook in andere Europese landen met arbeidsmigranten. En dat ondanks alle Europese wet- en regelgeving.

Om verandering te bereiken, moeten de betrokken nationale overheden hun verantwoordelijkheid nemen en erop toezien dat de wet- en regelgeving wordt nageleefd. Supermarkten willen ook hun invloed aanwenden om, binnen het volume dat zij kopen en de slagkracht die zij hebben in de keten, verandering teweeg te brengen. Daarom hebben wij, naast de acties van individuele supermarkten, een branchebreed actieplan opgesteld met diverse acties, waaronder de inzet op betere verankering van geïdentificeerde risico’s in bestaande standaarden. De lessen die we in het tomatenproject opdoen, zijn vast en zeker ook toepasbaar op andere ketens met soortgelijke risico’s.”