Biodiversiteit van belang voor verzekeraars

Het IMVO-convenant voor de verzekeringssector publiceerde onlangs het KPI-raamwerk over de verduurzaming van sojaproductie bij grote voedselproducenten. Daarmee werd het jaarthema biodiversiteit van het convenant afgesloten. Sanne van Keulen van Natuur & Milieu ligt aan de hand van drie vragen het belang van biodiversiteit voor verzekeraars uit en wat het jaarthema heeft opgeleverd.

Biodiversiteit © SER/M. Huijnen

Waarom is biodiversiteit van belang voor verzekeraars?

“Met de dubbele materialiteitsbril op zijn er twee aanvliegroutes voor een antwoord op deze vraag. In de eerste plaats is meer dan de helft van onze mondiale economie is direct afhankelijk van biodiversiteit en de zogenaamde ecosysteemdiensten die de natuur levert, gratis en voor niks. Denk aan schone lucht, schoon water, bestuiving, voedsel, medicijnen, maar ook toerisme en recreatie. Toonaangevende rapporten laten zien dat ecosystemen wereldwijd, ook hier in Nederland, hard achteruit gaan en we bevinden ons momenteel dan ook in de zesde grote uitstervingsgolf van soorten. Al die bedrijven die afhankelijk zijn van biodiversiteit -en welk bedrijf is dat niet, direct of indirect?- lopen financiële risico’s, met name door stijgende kosten voor bijvoorbeeld grondstoffen. Daar komt bij dat er een toename is aan mondiale, Europese en nationale regelgeving, wat ook financiële- en transitie risico’s met zich meebrengt als bedrijven niet in staat zijn om snel en goed in te spelen op veranderingen. Aan het einde van 2022 is in Montreal het Global Biodiversity Framework aangenomen op de VN biodiversiteitstop waarin doelen staan beschreven voor onder andere het beschermen van ecosystemen en het stoppen van ontbossing die vertaald zullen worden naar Europees en nationaal niveau. De verwachting is dat we ten aanzien van het thema biodiversiteit (en aanverwante onderwerpen) steeds meer wetgeving kunnen verwachten die ook zijn weerslag zal hebben op een aanzienlijk deel van het bedrijfsleven, zie bijvoorbeeld de recent aangenomen Europese ontbossingswet.

De andere aanvliegroute die centraal staat in de OESO-richtlijnen die we in het convenant implementeren, is dat de bedrijven waar verzekeraars in beleggen schade toebrengen aan biodiversiteit door bijvoorbeeld ontbossing, vervuiling, uitputting van de bodem door intensieve landbouw en de zee door onder andere overbevissing of diepzee mijnbouw. In het themakader dat begin 2022 gepubliceerd is, staat een overzicht van de sectoren die de meeste schade toebrengen aan biodiversiteit en daarom voor verzekeraars het meest risicovol zijn wat betreft een negatieve biodiversiteitsimpact waaronder de retail en de chemische industrie. Verzekeraars hebben dus ook iets te doen in het verminderen van negatieve impact en sturen op positieve impact. Je wilt natuurlijk voorkomen dat je als verzekeraar in de eerste plaats biodiversiteitsverlies financiert waardoor je tegelijkertijd meer risico in je portefeuille zult lopen en lagere rendementen behaalt op de korte en langere termijn.”

Biodiversiteit is ook het jaarthema geweest van het convenant in 2021 en 2022. Wat heeft dat opgeleverd?

“Er zijn in de eerste plaats de afgelopen twee jaar diverse kennissessies en bijeenkomsten georganiseerd om het bewustzijn onder verzekeraars te vergroten over de urgentie en relevantie van dit thema, maar ook de verschillende risico’s die ermee samenhangen en natuurlijk de handelingsperspectieven voor verzekeraars. Er is onder meer een Webinar georganiseerd over het themakader biodiversiteit, een Webinar over het meten van de biodiversiteitsimpact en twee kennissessies over landbouw, voedsel en de eiwittransitie in het kader van het collectieve engagementtraject dat we hebben opgetuigd als onderdeel van het jaarthema.

Een groep van 25 verzekeraars, vermogensbeheerders en pensioenfondsen heeft zich aangesloten bij een collectieve inspanning vanuit de convenantspartijen om drie grote voedingsmiddelenbedrijven te bewegen om hun negatieve impact op ontbossing te verkleinen en tegelijkertijd werk te maken van positieve impact door het aandeel plantaardige eiwitten in het assortiment op te schroeven. Dierlijke eiwitten zoals vlees en zuivel maar ook kweekvis, vergen immers een flinke hoeveelheid soja als veevoer waarvoor regenwoud in onder andere Brazilië in rap tempo verdwijnt. De verhouding in productie en consumptie van dierlijke eiwitten ten opzichte van plantaardige eiwitten zal -met name in welvarende landen- moeten veranderen om waardevolle bosgebieden en ecosystemen te behouden. Als resultaat van het engagementtraject is onlangs een raamwerk gepubliceerd met de doelen van het traject en de respons van de drie bedrijven naar aanleiding van de gesprekken. We moedigen andere verzekeraars en financiële instellingen aan om hun voordeel te doen met dit document door het te benutten in engagements met dezelfde of soortgelijke bedrijven.”

Wat wil je verzekeraars meegeven die met biodiversiteit aan de slag gaan?

In de eerste plaats: wacht niet tot de data perfect is maar begin daar waarvan je zeker weet dat het de goede richting is. Bijvoorbeeld door je bijdrage aan ontbossing onder de loep te nemen via de bedrijven waar je in belegt en daar acties aan te verbinden, waar kan je in samenwerking met anderen voor een maximale impact gaan. Er zijn heel veel hulpmiddelen paraat, zoals het eerdergenoemde themakader. Aansluiten bij PBAF als platform om biodiversiteitsimpact te meten en te managen en de Finance for Biodiversity Pledge of de Taskforce on Nature Related Financial Disclosures is ook een goede manier om in een community of practice stappen te zetten die ertoe doen. Als je daar meer over wil weten, zoek ook vooral de verzekeraars op die de afgelopen jaren onderdeel zijn geweest van de werkgroep, zoals Achmea, Actiam, Aegon, a.s.r. en NN. 

Tot slot: ga klimaatverandering en biodiversiteitsverlies niet in isolement aanpakken, maar maak beleid wat aan beide thema’s recht doet omdat er zoveel overlap is tussen de aanleiding en effecten van beide problemen en ook in de oplossingen die nodig zijn.” 

Sanne van Keulen

© Sanne van Keulen